Melksamenstelling
Bestaan er sensoren voor het automatisch opvolgen van melksamenstelling en wat is hun waarde?
Naast het belang voor de melkprijs, bevat de melksamenstelling tevens heel wat informatie over de metabole status van de koe. Eiwit- en vetgehaltes staan in rechtstreeks verband met de energie en structuurvoorziening van de koe. Een energietekort zal leiden tot een gedaald melkeiwitgehalte. Een structuurtekort in de voeding zal weerspiegeld worden in het melkvetgehalte. Verschillende factoren zoals, ras, leeftijd, seizoen, voeding, het aantal dagen dat de koe in lactatie is en de absolute melkproductie kunnen de gehaltes aan melkvet en -eiwit sterk beïnvloeden. Het is daarom beter te werken met de vet/eiwit verhouding. Is deze verhouding <1.1 dan kan dit wijzen op pensverzuring. Stijgt de verhouding vet/eiwit boven 1.5 en is het eiwitgehalte lager dan 3.1% dan kan dit duiden op slepende melkziekte. Het lactosegehalte in de melk zal dalen indien uierontsteking optreedt. Deze daling kan beperkt zijn en moet gemeten worden op kwartierniveau, wat in de praktijk vaak nog niet mogelijk is. Om een goed beeld te krijgen van wat er in de koe omgaat, dient de melksamenstelling van een koe regelmatig gecontroleerd te worden. Het automatisch bepalen van de melksamenstelling van elke koe tijdens elke melkbeurt biedt daarom een meerwaarde.
Het automatisch bepalen van de melksamenstelling gebeurt door middel van spectroscopie. Afhankelijk van de instellingen van de spectrometer, is deze techniek weinig tot zeer betrouwbaar voor bepaling van de melksamenstelling. Een regelmatige kalibratie met MPR-gegevens is echter wel noodzakelijk. Indien men niet is aangesloten bij de MPR-controle, kan men zelf van een tiental koeien melkstalen nemen en deze insturen voor analyse. Slechts enkele firma’s bieden een automatische bepaling van de melksamenstelling aan en deze is steeds merkgebonden (MQC van Lely en Crystalab van Fullwood Packo). Sinds 2014 is men bij gebruik van de MQC (Lely) niet langer gebonden aan kalibratie met MPR gegevens. Er is dan wel bulktankkalibratie nodig voor vet, eiwit en lactose. In 2014 werd door Fullwood Packo de Afimilk MQS, Milk Qualification Service, voorgesteld. Dit toestel wordt na de Afilab geplaatst. Wanneer door Afilab melk met een hoog strempotentieel (i.e. hoog eiwitgehalte) wordt gedetecteerd, wordt deze melk door de MQS naar een afzonderlijke tank gestuurd. Een manuele methode om de melkvet en eiwitgehaltes te bepalen wordt ook aangeboden door Ekomilk. Hierbij dient zelf een melkstaal genomen te worden, waarna de ultrasone meting plaatsvindt in een hiervoor ontwikkeld toestel.
Opgemaakt op: juni 2013 (laatst bijgewerkt: maart 2014)
Disclaimer
Dit advies wordt u verstrekt met uitsluiting van iedere aansprakelijkheid. Onze adviezen dienen uitsluitend te worden beschouwd als richtinggevend en zijn niet bindend.