De laatste week van augustus ging in Dubrovnik, Kroatië het 69^ste EAAP-congres door. Op dit congres komen wetenschappers van over de hele wereld samen om te discussiëren over onderzoek, nieuwe ontwikkelingen en internationale samenwerkingen in de veehouderijsector.

Ook KU Leuven, partner van het MastiMan-project, was hier van de partij en kon op deze manier  kennis opdoen over de nieuwste ontwikkelingen in het veeteeltonderzoek. Wat opviel tijdens deze editie van het congres was de sterke nadruk op enerzijds nieuwe genetische ontwikkelingen, en anderzijds de vooruitgang in de precisieveehouderij. Meer en meer worden nieuwe sensoren aangewend voor het nauwkeuriger opvolgen van de individuele dieren.

Een van de toepassingen die werd gepresenteerd op dit congres was het gebruik van sensoren en innovatieve dataverwerking voor het beter inschatten van de genetische waarde van elk individueel dier. Hierbij worden de sensormetingen gekoppeld aan genetische informatie uit afstamming en merkeronderzoek en de kengetallen van elk individueel bedrijf. Dit ondersteunt de vooruitgang via selectie en opent bovendien mogelijkheden voor het meenemen van nieuwe eigenschappen.

Een voorbeeld in de melkveehouderij is het bepalen van het aantal ‘perturbaties’ (P) of verstoringen van de normale melkgift tijdens een lactatie (zie figuur). Deze techniek werd in Frankrijk ontwikkeld en laat toe om met behulp van geavanceerde wiskundige technieken afwijkingen in melkgift te identificeren. Deze kunnen vervolgens gebruikt worden als maat voor de robuustheid en persistentie van de dieren tegen bijvoorbeeld hittestress of infecties. Deze informatie kan, naast een hoge melkproductie, gebruikt worden als criterium voor selectie om zo genetische vooruitgang na te streven en melkgift, diergezondheid, welzijn en langleefbaarheid te maximaliseren.