Studiedag ‘Haal meerwaarde uit melk’ een succes

Studiedag ‘Haal meerwaarde uit melk’ een succes

Melkopbrengsten zijn voor melkveehouders de belangrijkste inkomstenpost. Een goede uiergezondheid is essentieel voor het behalen van optimale producties en een uitstekende melkkwaliteit. Maar wat levert een uitstekende uiergezondheid nu precies op?  Melk brengt niet alleen geld op, je kan er als melkveehouder ook heel wat informatie uithalen voor het bijsturen van je management en het opvolgen van de prestaties en gezondheid van je veestapel.

Hoog tijd dus om rond dit actuele thema een studiedag te organiseren. Om zoveel mogelijk mensen te bereiken werd besloten om dit event zowel in Gentbrugge als in Zandhoven (Pulle) te laten doorgaan. Onze oproep kreeg gehoor en we mochten in totaal meer dan 120 geïnteresseerden verwelkomen.

In totaal mocht MastiMan meer dan 120 geïnteresseerden verwelkomen. In Pulle waren 70 deelnemers aanwezig.

De dag werd aangevat met een verwelkoming door Ben Aernouts, professor aan de KU Leuven en coördinator van het MastiMan project. Hij lichtte het 4-jarig project verder toe en focuste hierbij op de verschillende doelstellingen. Eerst zal de link tussen het uiergezondheidsmanagement op Vlaamse melkveebedrijven en de werkelijke melkverliezen ten gevolge van klinische mastitis verder onderzocht worden. Met de resultaten van deze studie willen we melkveehouders overtuigen van het belang van een goede uiergezondheid en hoe je dit kan nastreven. Daarnaast wordt ook onderzocht  hoe informatie zoals melkgift en elektrische geleidbaarheid, kleur en celgetal van de melk kan gebruikt worden om een inschatting te maken van het herstel na een uierinfectie. Deze informatie kan de veehouder en begeleidende dierenarts gebruiken om het genezingsproces op te volgen en de behandeling te optimaliseren. Hiermee wil het project een verandering teweeg brengen naar het behandelen van mastitis in functie van het werkelijk herstel. Het project zal dit doen door het aanreiken van praktische tools en handleidingen (afgetoetst aan de praktijk in discussiegroepen) en het actief verspreiden van de verzamelde kennis en resultaten via het Koesensor-kennisplatform (www.koesensor.be). Met de handleidingen en tools kunnen melkveehouders en bedrijfsdierenartsen onmiddellijk aan de slag. Door de meest voordelige preventie‐ en behandelstrategieën te implementeren kunnen de melkproductieverliezen ten gevolge van mastitis, de behandelingskosten en het gebruik van antibiotica verder beperkt worden.

Prof. Ben Aernouts heet de aanwezigen welkom en stelt het MastiMan-project voor

Hierna nam Dr. Karlien Supré, uiergezondheidsspecialist bij MCC-Vlaanderen, het woord en gaf zij meer uitleg over wat melk ons allemaal kan vertellen. Zo kan er op een melkstaal een bacteriologisch onderzoek gebeuren. Aan de hand hiervan kan er een bedrijfsbehandelplan worden opgesteld en kan men de preventieve maatregelen verder optimaliseren. Meestal wordt er voor het bacteriologisch onderzoek enkel een standaard cultuur gedaan. Echter, in sommige gevallen is het aangewezen om een PCR-analyse uit te voeren, waarbij niet de kiem zelf maar wel het DNA van de kiem wordt gedetecteerd. In haar presentatie besprak Karlien de pro’s en contra’s van beide technieken. PCR heeft als voordelen dat nog dezelfde dag een resultaat beschikbaar is, het gebruikt kan worden voor de opsporing van Mycoplasma en dat er geen interferentie is met de eventuele aanwezige antibiotica. Het grote nadeel is echter de hoge kostprijs. Gezien het gebruik van kritische antibiotica steeds meer ter discussie staat, gaf zij ook toelichting bij de meerwaarde van het uitvoeren van een antibiogram. Een antibiogram geeft niet alleen aan welk antibioticum het best geschikt is voor het behandelen van uierontstekingen, maar het kan ook helpen bij de keuze van de meest geschikte droogzetter voor jouw bedrijf.

Dr. Karlien Supré licht toe welke testen uitgevoerd kunnen worden op een melkstaal en welke informatie dit oplevert.

Melkanalyses kunnen naast het opsporen van mastitispathogenen ook gebruikt worden in het kader van een goede bedrijfsbegeleiding. Zo kan je met behulp van een 4- tot 6-wekelijkse celgetalbepaling via de MelkProductieRegistratie (MPR) van CRV het celgetal opvolgen en kunnen de dieren met subklinische mastitis opgespoord worden. Verder laat MPR ook toe om de dieren binnen het bedrijf en tussen bedrijven onderling te vergelijken. Daarnaast kan MPR ook nuttig zijn om de droogstand te evalueren. Hoeveel dieren liepen er een nieuwe uierinfectie op tijdens de droogstand? Zijn er voldoende dieren genezen tijdens de droogstand? Ing. Benny Declerck, marktmanager bij CRV, lichte zorgvuldig toe hoe je deze informatie juist dient te interpreteren en welke streef- en grenswaarden je voor deze gegevens kan gebruiken.

Ing. Benny Declerck bespreekt de evaluatie van de droogstand op de MPR

Uit de presentatie van Dr. Pieter Passchyn, dierenarts en adviseur bij Milk@vice, bleek dan weer dat meerwaarde uit melk ook gecreëerd kan worden door zo weinig mogelijk faalkosten te hebben. Ondanks dat deze kosten vaak niet direct zichtbaar zijn,  lopen ze toch vaak hoog op. Zo heeft een dier met een klinische mastitis net na de pieklactatie een productieverlies van gemiddeld 500 kg, zal deze gemiddeld 5 maanden vroeger opgeruimd worden, heeft ze een lagere kans op dracht en is het risico op verlies van kwaliteitspremies groter. Om deze faalkosten zoveel als mogelijk te vermijden is een goede preventie zeer belangrijk. Omdat preventieve maatregelen ook vaak extra kosten en arbeid met zich meebrengen is het noodzakelijk om een goed evenwicht te vinden tussen preventie enerzijds en behandeling anderzijds. Echter, uit de resultaten van zijn doctoraatsonderzoek blijkt dat er nog veel ruimte is voor progressie. Zo slaagde in 2009 minder dan 55% van de bedrijven erin om iedere maand alle kwaliteitspremies voor de geleverde melk te behalen.

Dr. Pieter Passchyn geeft toelichting bij de verschillende types faalkosten

Omdat de theorie niet hetzelfde is als de praktijk werden er ook telkens 2 landbouwers uitgenodigd om hun visie met andere veehouders te delen. Vol enthousiasme en overtuiging deelden zij hun ervaringen. Zo vertelde veehoudster Karen Verplancke ons hoe zij met haar ‘Hoevemobiel’ op verschillende plaatsen in Gent haar melk aan de man brengt. Ook kwam Joost Keymeulen van zuivelhoeve Keymeulen aan het woord over hoe zij meerwaarde halen door het maken en verkopen van allerhande zuivelproducten zoals kaas, ijs en desserten. Op de studiedag in Zoersel gaf landbouwer Luc Nouwen ons meer uitleg over de voordelen van A2 melk. Door middel van genetische selectie kan je als veehouder op een vrij eenvoudige manier deze melk produceren en zo trachten een meerwaarde te creëren. Tot slot nam ook Marc de Schutter van ‘De Hoeve’ in Pulle het woord en vertelde hij waarom zij kozen voor verbreding onder de vorm van ijsverkoop op het bedrijf en hoe dit door de jaren heen gegroeid is.

Melkveehoudster Karen Verplancke brengt haar visie over meerwaarde creëren uit melk

De studiedag werd afgesloten met een netwerkmoment. Dit was het ideale moment om na te praten en ideeën uit te wisselen. We kregen veel positieve reacties en hopen dan ook dat we volgend jaar opnieuw een minstens even succesvolle studiedag mogen organiseren.

Reacties zijn gesloten.