Wat is het netto rendement van het gebruik van een afkalfsensorsysteem op melkveebedrijven?
Italiaanse en Israëlische onderzoekers evalueerden het netto rendement van het gebruik van een afkalfsensorsysteem op melkveebedrijven. Leiden afkalfsensoren, in combinatie met tijdige hulp bij het kalven, effectief tot een beter rendement door een lagere kalversterfte, een verminderd risico op vroegtijdige afvoer, een verhoogde melkproductie en betere vruchtbaarheidsresultaten?
Werkwijze
Om dit na te gaan werden op een Italiaans melkveebedrijf met Holstein koeien en gemiddeld 110 kalvingen per jaar, 680 kalvingen opgevolgd over een periode van 7 jaar. Vaarzen (leeftijd bij eerste kalving 23-27 maanden) en multipare dieren werden willekeurig verdeeld over een controlegroep, die niet werd opgevolgd aan de hand van afkalfsensoren, en een testgroep waarin de dieren wel gemonitord werden met behulp van afkalfsensoren. De dieren in de testgroep kregen bij kalving onmiddellijk hulp en de kalveren kregen vlak na geboorte de eerste neonatale zorgen en biest toegediend. Bij de controlegroep was menselijke tussenkomst afhankelijk van de aanwezigheid van de melkveehouder of personeel en daardoor niet gegarandeerd. Voor dieren in de controlegroep was er per definitie geen hulp bij kalvingen die plaatsvonden tussen 18u00 en 04u00.
Als eerste stap werd een biologisch model ontwikkeld om de link te bestuderen tussen het gebruik van een afkalfsensor en kalversterfte, dagen tussen kalving en een nieuwe bevruchting, de melkproductie en het risico op vervroegde afvoer in de eerste 60 dagen van de lactatie. De hypothese is dat het gebruik van een afkalfsensor de vruchtbaarheid, vervroegde afvoer en melkproductie rechtstreeks en onrechtstreeks zouden beïnvloeden door het onmiddellijk verschaffen van hulp bij de kalving en het verminderen van negatieve effecten ten gevolge van een lange kalving of afkalfmoeilijkheden. Met behulp van een lineair model werd de melkproductie van vaarzen en koeien voorspeld. Tot slot werden aan de hand van een partieel budgetmodel de kosten en het netto rendement van verschillende scenario’s berekend. Dit telkens voor een kudde van 100 melkkoeien. In dit budgetmodel werd gerekend met de kostprijzen zoals weergegeven in tabel 1.
Tabel 1: Inputvariabelen voor het budgetmodel gebruikt voor de berekening van de kosten en netto rendementen horend bij de implementatie van een afkalfsensorsysteem op een melkveebedrijf met 100 lacterende dieren.
Input variabele | Aantal of prijs |
Aantal lacterende koeien | 100 |
Verhouding vaarzen/koeien | 0.35 |
Melkprijs (€) | 0.42 |
Prijs voor 1 kg DS van het rantsoen van de lacterende dieren (€) | 0.28 |
Prijs sensorsysteem, controle-unit (€) | 2000 |
Afschrijvingstermijn controle-unit (jaar) | 5 |
Prijs afkalfsensor per stuk (€) | 65 |
Prijs afkalfsensor per kalving (€) | 2.17 |
Kalverprijs vaarskalf 10 dagen oud (€) | 350 |
Kalverprijs stierkalf 10 dagen oud (€) | 90 |
Vervangingsvaars (€)1 | 2200 |
Vervangingskoe (€)1 | 1800 |
Kost per open dag (€/d) | 5 |
1Vervangingsvaars of koe: totale kostprijs voor de aankoop van respectievelijk een hoogdrachtige vaars of koe
Resultaten
Uit het onderzoek bleek dat de kalversterfte significant groter was bij de dieren die geen sensor kregen (11.6 % bij vaarzen en 10.73 % bij multipare koeien) dan bij dieren die wel gemonitord werden aan de hand van een afkalfsensor (0.0% bij vaarzen en 1.69% bij multipare koeien). Daarbovenop hebben multipare dieren die hun kalf verloren een verhoogd risico om vervroegd te worden afgevoerd tijdens de eerste twee maanden na kalving in vergelijking met multipare dieren zonder kalversterfte. Bij de vaarzen was dit niet het geval.
De dagelijkse melkproductie tijdens de eerste twee maanden van de lactatie was vergelijkbaar tussen beide groepen. Wel was er ook hier een significant verschil tussen multipare dieren met en zonder kalversterfte. Multipare dieren waarvan het kalf bleef leven, produceerden gemiddeld 3.79 kg melk meer per dag dan koeien waarvan het kalf stierf.
Wat de vruchtbaarheid betreft werd er een significant verschil gevonden tussen de mediaan van het aantal open dagen bij vaarzen met afkalfsensor en vaarzen zonder sensor (respectievelijk 118 dagen en 148 dagen). Het verschil in open dagen bij de multipare dieren bleek niet significant.
Aan de hand van het budgetmodel dat de kosten en het netto rendement van de implementatie van afkalfsensoren berekent, werden vijf verschillende simulaties uitgevoerd.
- Simulatie van de kudde die opgevolgd werd in de studie (alle dieren werden uitgerust met afkalfsensoren)
- Zelfde als 1 maar de kost per open dag werd verlaagd van €5/dag naar €1.95/dag
- Zelfde als 1 maar de kost per open dag werd verlaagd naar €0.57/dag
- Zelfde als 1 maar de kost per open dag werd verlaagd naar €0.57/dag en de prijzen voor kalveren van 10 dagen oud werden vastgezet op €200/vaarsje en €50/stiertje en de prijs voor vervangingsvee werd vastgezet op €2000/vaars en €1500/koe
- Zelfde als simulatie 1 maar waarbij enkel de vaarzen uitgerust worden met afkalfsensoren
De netto rendementen per koe per jaar voor bovenstaande simulaties waren de volgende:
- + € 90.70/koe/jaar
- + € 61.77/koe/jaar
- + € 48.68/koe/jaar
- + € 36.99/koe/jaar
- + € 77.78/koe/jaar
Het budgetmodel schatte uiteenlopende maar telkens positieve netto rendementen vergeleken met eenzelfde bedrijf zonder afkalfsensoren. Volgens de simulatie zou een bedrijf met 100 lacterende dieren waarbij alle dieren gemonitord worden met een afkalfsensor een netto rendementswinst van €9070 per jaar kunnen realiseren ten opzichte van eenzelfde bedrijf zonder afkalfmonitoring. Dit verschil wordt voornamelijk gerealiseerd door een verminderde kalversterfte (zowel bij de kalving, vlak na de kalving als bij gespeende kalveren) en een reductie van de open dagen (betere vruchtbaarheidscijfers). Simulatie 4 leidde tot het laagste, maar nog steeds positieve, verschil in netto rendement.
Besluit
De onderzoekers concludeerden dat investeren in een afkalfsysteem een netto rendement oplevert dat varieert van €37 tot €90 per koe per jaar. Een belangrijke kanttekening daarbij is dat het sensorsysteem op zich onvoldoende is om succes te garanderen. Het systeem moet ondersteund worden door adequate opvolging van het afkalfproces en hulp bij het afkalven. De mogelijkheid tot menselijke tussenkomst op het juiste moment in het proces resulteert in een vlotte kalving, een goede neonatale verzorging van het kalf en een optimale eerste biesttoediening in de eerste uren na geboorte wat op zijn beurt leidt tot een verminderde kalversterfte, een lager aantal open dagen en een betere melkproductie.
Referentie: Crociati, M. Sylla, L. van Straten, M. Stradaiolli, G. Monaci, M. (2020). Estimating the net return of a remote calving alarm system in a dairy farm. Journal of Dairy Science