Valorisatie van GPS van granen, al dan niet gemengd met vlinderbloemigen, met specifieke aandacht voor de pensgezondheid van melkvee

Valorisatie van GPS van granen, al dan niet gemengd met vlinderbloemigen, met specifieke aandacht voor de pensgezondheid van melkvee

Op veel Vlaamse melkveebedrijven omvat de ruwvoerproductie enkel gras en maïs. Beiden hebben door jarenlange selectie en verbetering van het teeltmanagement een hoge verteringscoëfficiënt en dus hoge voederwaardes. Goed voor de melkproductie maar dit brengt ook risico’s met zich mee.

De hoge verteringscoëfficiënten van de ruwvoeders, samen met de grote hoeveelheden krachtvoer en krachtvoerachtige bijproducten, zorgen ervoor dat op veel bedrijven de vezel- of structuurwaarde van de rantsoenen niet voldoende is om een gezonde penswerking te garanderen. Bij structuurtekorten is de kans op (subacute) pensverzuring (SARA) bij hoogproductief melkvee reëel. Uit onderzoek blijkt dat 20% van de melkkoeien in de eerste 3 maanden van de lactatie te maken krijgt met SARA (Kees Plaizier, 2015).

Om SARA te voorkomen wordt momenteel meestal gebruik gemaakt van stro en/of pensbuffers. Pensbuffers gaan de verzuring van de pens tegen, maar verhogen niet de structuurwaarde waardoor herkauwactiviteit en pensmotiliteit, en bijgevolg de algemene penswerking, suboptimaal blijven. Bij structuuraanbrengers zoals stro is de nutritionele waarde dan weer gering terwijl ze door hun hoge verzadigingswaarde hoogwaardig voer verdringen.

Is het niet mogelijk om de structuurwaarde van rantsoenen te verhogen door ruwvoeders op te nemen die bijdragen aan de structuurvoorziening en dus aan een betere pensgezondheid? Die vraag stelden Hooibeekhoeve, de livestock technology group van KU Leuven, UGent Lanupro, HOGENT en ILVO zich.

Om SARA te beperken zouden ruwvoeders die gericht zijn op een adequate structuurvoorziening in de bedrijfsvoering opgenomen kunnen worden. Een voorbeeld daarvan is gehele plantsilage (GPS) van granen, zowel reinteelt als mengteelt met eiwithoudende gewassen zoals vlinderbloemigen. Ze combineren structuureigenschappen met (pens)energiewaarde. Naast het uitbalanceren van het rantsoen kan GPS ook bijdragen aan meer teeltrotatie. Vruchtwisselingsproeven hebben duidelijk aangetoond dat teeltrotatie essentieel is om de bodem gezond te houden. Verschillende teelten zorgen voor verschillende doorworteling van de bodem en geven op die manier een goede structuur aan de bodem. Daarnaast zorgt het ook voor de opbouw van organische stof in de bodem wat gunstig is voor waterberging en in een lagere ziekte- en onkruiddruk resulteert. Dit resulteert in een verminderde nood aan gewasbeschermingsmiddelen en verhoogde opbrengsten.

Het introduceren van hakselgranen inclusief mengteelten met vlinderbloemigen als ruwvoedergewas op het melkveebedrijf lijkt veelbelovend zowel voor de bodem, de boer als de koeien. Toch roept het nog heel wat praktische vragen op. Op welk moment moeten we oogsten? Welke soorten en combinaties zijn het interessantst? Hoe passen we dit best in in een melkveerantsoen?

Om een antwoord te vinden op deze vragen startte in juni 2022 het VLAIO LA-traject “Pensvoer”. Hooibeekhoeve, KU Leuven Livestock Technology group, UGent Lanupro, HOGENT en ILVO werken binnen dit vier jaar durende project samen.

Heb je interesse om als melkveehouder mee te werken aan dit project? De projectpartners zoeken melkveebedrijven die interesse hebben in het telen en/of vervoederen van GPS van granen al dan niet in combinatie met vlinderbloemigen. Lees er hier meer over en stel je kandidaat.

Meer informatie en de resultaten zullen in de loop van dit project onder meer gepubliceerd worden hier op de koesensorwebsite.