Vrij of gestuurd koeverkeer? De voordelen, nadelen en aandachtspunten op een rij.
Types koeverkeer
Wie overschakelt van conventioneel melken naar robotmelken moet niet alleen kiezen welke melkrobot er geïnstalleerd wordt, maar zal ook moeten beslissen welk type koeverkeer er in de stal plaatsvindt. Daarbij kan er gekozen worden tussen vrij koeverkeer (vrijloopstal) en gestuurd koeverkeer. Bij gestuurd koeverkeer wordt er een onderscheid gemaakt tussen feed-first koeverkeer en milk-first koeverkeer. Er is geen goed of fout systeem maar elk systeem heeft wel zijn voordelen, nadelen en aandachtspunten.
Vrij koeverkeer
Bij vrij koeverkeer kunnen koeien ongehinderd van de melkrobot naar het voederhek of de ligboxen. Er staan geen selectiepoorten in de stal die bepalen tot welk gedeelte het dier toegang heeft. De koeien beslissen dus zelf wanneer ze eten, liggen of naar de robot gaan. Dit systeem heeft een capaciteit van maximum 55-60 koeien per robot. Aangezien er in een vrijloopstal niet geïnvesteerd moet worden in hekwerk en selectiepoorten is de investeringskost voor dit type koeverkeer de laagste. De drijfveer voor de koe om regelmatig naar de robot te gaan is het krachtvoer dat in de robot verstrekt wordt.
Voordelen
- Koeien hebben altijd vrije toegang tot de melkrobot, het voerhek en de ligboxen
- Koeien staan nooit lange tijd te wachten in de wachtruimte en hebben dus meer tijd om te eten, liggen, rusten, drinken,…
- Als er ergens iets fout loopt bv in het rantsoen of management merk je dit heel snel aan het aantal robotbezoeken
- Er is minder/geen risico dat koeien doorgangen of selectiepoorten blokkeren of dat het koeverkeer verstoord wordt door een defect
Nadelen
- Mogelijks meer ophaalkoeien dan bij gestuurd koeverkeer
- Koeien die geen melktoestemming hebben, hebben toch toegang tot de robot wat de robotcapaciteit verminderd
- Melkfrequentie daalt met toenemend aantal dagen in melk wat de melkproductie kan verminderen en het aantal ophaalkoeien kan doen toenemen
Aandachtspunten
- Het is aangeraden om minimum 10% vrije tijd te houden per melkrobot en overbezetting ten alle tijden te vermijden. Dit om lange wachttijden, en bijgevolg ook lange tussenmelktijden, te voorkomen
- De rantsoensamenstelling aan het voerhek is van cruciaal belang om er voor te zorgen dat alle koeien (ook deze later in lactatie of met een beperkte productie) regelmatig de melkrobot bezoeken. De energie- en zetmeelinhoud van het basisrantsoen moet goed in de gaten gehouden worden en mag niet te hoog zijn!
Wat met ophaalkoeien bij vrij koeverkeer?
Bij vrij koeverkeer wordt het aangeraden om toch een wachtruimte te voorzien, al dan niet een tijdelijke. Ophaalkoeien zal je immers moeten kunnen “opsluiten” in een wachtruimte zodat ze verplicht worden om naar de robot te gaan. Die wachtruimte kan een tijdelijke wachtruimte zijn die na het melken weer weggehaald wordt of kan een permanente wachtruimte zijn waarbij éénrichtingshekjes voor toegang zorgen. Voor bedrijven met minder dan 3 robots wordt door Lely een tijdelijke wachtruimte aangeraden. Een permanente wachtruimte blijkt vooral voor de ranglagere dieren een obstakel omdat ze niet wegkunnen bij conflicten met andere dieren. Waardoor het risico bestaat dat ze de robot minder bezoeken. Het opzetten en weghalen van de tijdelijke wachtruimte vraagt anderzijds wel extra tijd en arbeid.
Bij Lely, SAC en DeLaval is vrij koeverkeer de basis. Bij DeLaval zou 80% van de robotbedrijven kiezen voor vrij koeverkeer.
Gestuurd koeverkeer
Bij gestuurd koeverkeer kan de koe niet vrij beslissen wanneer ze naar de robot gaat. Hekken en één of meerdere selectiepoorten in de stal sturen de koe naar de melkrobot wanneer ze melktoestemming heeft (melkintervallen in te stellen bijvoorbeeld op basis van het aantal dagen in lactatie of de verwachte melkproductie). Er wordt een onderscheid gemaakt tussen 2 types gestuurd koeverkeer namelijk feed-first koeverkeer en milk-first koeverkeer.
Feed-first koeverkeer
Bij feed-first koeverkeer kunnen de koeien naar de melkrobot gestuurd worden wanneer ze willen gaan liggen (selectiepoort bepaalt of ze naar de ligboxen dan wel naar de wachtruimte voor de melkrobot mogen). Het krachtvoer dat ze in de melkrobot krijgen is de drijfveer voor de koe en een essentieel onderdeel van het totale rantsoen. Dit systeem heeft een capaciteit van maximum 55-75 koeien per robot.
Voordelen
- Geen weigeringen aan de robot omwille van de selectiepoort en dus maximale robotcapaciteit
- Minder koeien dan bij vrij koeverkeer (geschat aantal ophaalkoeien: 1-5%)
- Constantere melkfrequentie en melkintervallen dan bij vrij koeverkeer
- De koeien hebben onbeperkt toegang tot het voerhek en kunnen hun normaal eetgedrag volgen. Hierdoor passeren ze regelmatig aan de selectiepoort en hebben ze regelmatige melkintervallen
Nadelen
- Hogere investeringskosten dan bij vrij koeverkeer omwille van de wachtruimte, gangen en selectiepoort(en)
- Koeien staan soms langer dan nodig op de voedergang waardoor het er druk wordt en de doorgang naar de selectiepoort minder vlot bereikbaar is, zeker voor koeien laag in rang
- Koeien laag in rang staan soms lang in de wachtruimte omdat ze voorbijgestoken worden door dominantere koeien. Hierdoor hebben ze minder tijd om te eten, drinken, liggen,… dit kan een effect hebben op hun productieresultaten
Aandachtspunten
- Bij gestuurd koeverkeer is het comfort van de ligboxen een must om de koeien uit te nodigen vaker te gaan liggen.
- Er is voldoende ruimte nodig rond de selectiepoort en in de wachtruimte om rangordeconflicten te beperken
- Een teller op de selectiepoort zorgt er voor dat de wachtruimte niet te vol wordt. Wanneer het maximum aantal koeien in de wachtruimte staan zal de selectiepoort de koe alsnog naar de ligboxen sturen.
- Zorg er voor dat er geen rij ligboxen aan het voerhek ligt. Koeien zouden dan kunnen vreten en liggen zonder de selectiepoort te passeren. Dit zorgt voor extra ophaalkoeien.
Milk-first koeverkeer
Bij milk-first koeverkeer kan de koe naar de melkrobot gestuurd worden als ze naar het voederhek wil. Ruwvoer is de belangrijkste drijfveer en krachtvoer in de VMS is een voorafje. Bij TMR-voederen of hoogproductieve koeien wordt dit type koeverkeer geadviseerd. Dit systeem heeft een capaciteit van maximum 55-75 koeien per robot.
Voordelen
- Geen weigeringen aan de robot omwille van de selectiepoort en dus maximale robotcapaciteit
- Minder ophaalkoeien dan bij vrij koeverkeer (geschat aantal: 1-5%)
- Constantere melkfrequentie en melkintervallen dan bij vrij koeverkeer
- Lagere krachtvoergift in de robot waardoor er meer zelf geteelde voeders gegeven kunnen worden aan het voerhek
Nadelen
- Hogere investeringskosten dan bij vrij koeverkeer omwille van wachtruimte en selectiepoorten
- Koeien komen minder frequent naar het voerhek maar eten langer en sneller om dit te compenseren. Dit verhoogt het risico op pensverzuring, zeker wanneer het rantsoen uitgesorteerd kan worden
- Koeien laag in rang staan soms lange tijd in de wachtruimte waardoor ze langere tijd geen toegang hebben tot voer en water (voor ze naar het voerhek kunnen worden ze immers naar de robot gestuurd waar ze soms lang staan). Voor deze dieren is het goed een drinkbak te plaatsen in de wachtruimte
Aandachtspunten
- Bij dit type koeverkeer is het uitermate belangrijk dat er continu voer beschikbaar is aan het voerhek! Regelmatig bijschuiven en voederen is dus van groot belang!
Conclusie
Nog meer dan bij conventioneel melken is bij robotmelken het voermanagement van cruciaal belang. In de verschillende koeverkeersystemen is ofwel het krachtvoer in de robot ofwel het rantsoen aan het voerhek de drijfveer voor voldoende en regelmatige robotbezoeken.
Het geschikte koeverkeersysteem en de daarbij horende voervoorschriften zijn afhankelijk van bedrijf tot bedrijf. Hou bij het maken van je keuze de functies, eigenschappen en voor- en nadelen van de verschillende robotsystemen en koeverkeersystemen in het achterhoofd. Elk type koeverkeer kan werken zolang er maar op de correcte manier mee omgegaan wordt. Dit betekent echter niet dat elk systeem even geschikt is voor elke stal of melkveehouder. Het is belangrijk om dat systeem te kiezen dat het beste bij jou en jouw bedrijf past, dat het dierenwelzijn promoot en het dichtst aanleunt bij jouw bedrijfsdoelen.