11 dierenartspraktijken en 43 melkveebedrijven nemen deel aan veldstudie over het selectief behandelen van niet-ernstige klinische mastitis.
Update project selectief behandelen van niet-ernstige klinische mastitis – mei 2023
Project
In de zomer van 2022 startte M-teamUGent – in samenwerking met partners DGZ, ILVO en Hooibeekhoeve – een project inclusief een veldproef rond de effecten van selectief behandelen van niet-ernstige klinische mastitis (afwijkingen aan de melk en/of de uier) aan de hand van sneltesten voor kiemdetectie in de melk. Elf dierenartsenpraktijken en 42 veehouders nemen ondertussen actief deel. Tijdens de veldproef worden aan de hand van sneltesten voor kiemdetectie die op de dierenartsenpraktijken uitgevoerd worden (“on-practice culture”), beslist om koeien met niet-ernstige klinische mastitis al of niet met antibiotica te behandelen. Twee sneltesten voor kiemdetectie in de melk (VétoRapid® en Micromast) werden onder de deelnemende dierenartsenpraktijken verdeeld. De dierenartsen en dierenartsenassistenten van de deelnemende praktijken werden opgeleid in het enten, aflezen en interpreteren van de sneltesten aan de hand van daarvoor voorziene labosoftware. Deelnemende veehouders werden aan de hand van workshops per dierenartsenpraktijk opgeleid in het correct identificeren van dieren met mastitis, het invullen van de voorziene checklisten en het steriel nemen van melkstalen. Op de melkveebedrijven van partners ILVO en Hooibeekhoeve werd het personeel opgeleid in het uitvoeren van de sneltesten (“on-farm culture) om na te gaan of dit concept ook op onze (kleinere) Vlaamse melkveebedrijven haalbaar is.
Veldstudie
Koeien met niet-ernstige klinische mastitis worden op elk bedrijf ingedeeld in twee protocollen: direct behandelen en uitgesteld behandelen. Binnen het protocol “direct behandelen” worden de koeien, na het nemen van een melkstaal dat voor bacteriologisch onderzoek naar MCC gaat, vanaf dag 0 (= dag van detectie) met antibiotica behandeld volgens het afgesproken behandelplan op dat bedrijf. Bij het protocol “uitgesteld behandelen” neemt de veehouder twee melkstalen op dag 0: één melkstaal dat ook naar MCC gaat voor bacteriologisch onderzoek en één melkstaal dat zo snel mogelijk naar de dierenartsenpraktijk gaat om onderzocht te worden via een sneltest. Na 24 uur kan van deze sneltest een resultaat afgelezen worden. Duidt het resultaat van de sneltest aan dat het om een gram-positieve kiem gaat, dan wordt de koe met antibiotica behandeld volgens hetzelfde behandelplan als de koeien uit het protocol “direct behandelen”. Ook indien het staal gecontamineerd is (3 of meer morfologisch verschillende kolonies te zien op de sneltest), wordt de koe met antibiotica behandeld. In gevallen waarbij op de sneltest een gram-negatieve kiem af te lezen is of er helemaal geen kiemgroei aanwezig is, wordt er geen antibiotica gegeven aan de koe. Ontstekingsremmers zijn toegelaten in beide groepen vanaf dag 0 indien dit in het behandelprotocol van het bedrijf opgenomen is.
De koeien worden vanaf dag 0 gecontroleerd op symptomen zoals het uitzicht van de melk, het uitzicht van de uier en lichaamstemperatuur tot de koe twee dagen volledig vrij is van symptomen. Het aantal dagen dat de melk niet mee kon met de tank wordt ook geregistreerd. Op dag 21 wordt van elke koe een nieuw melkstaal genomen van het oorspronkelijk aangetaste kwartier. Dit gaat ook naar MCC voor bacteriologisch onderzoek ter controle op bacteriologische genezing. Verder worden de melkproductie en het celgetal van alle koeien via de MPR-gegevens gedurende de volledige lactatie opgevolgd.
Voortgang
Eind april 2023 ontving M-teamUGent reeds gegevens van 252 koeien met niet-ernstige klinische mastitis. 126 koeien werden opgenomen in het protocol “direct behandelen” en er werden 125 stalen van koeien onderzocht aan de hand van sneltesten voor kiemdetectie in de melk via het protocol “uitgesteld behandelen”. Zes dierenartsen werken hiervoor met de VétoRapid® sneltest van Vétoquinol, 5 dierenartsen met het Tsjechische Micromast. De deelnemende veehouders van de dierenartsenpraktijken kregen reeds een workshop waarin uitgelegd werd hoe er op een correcte manier een melkstaal genomen werd. Van de 299 resultaten die we tot nu toe van MCC ontvingen, bleken 14% stalen gecontamineerd te zijn (wat duidt op minder goede staalname). Dit cijfer ligt lager dan de 17.5% gecontamineerde stalen die MCC in 2020 rapporteerde voor gans Vlaanderen bij onderzoek van melkstalen voor klinische mastitis en een pak lager dan de 34.7% gecontamineerde stalen bij onderzoek van melkstalen voor attentiekoeien (Resultaten mastitisonderzoek, MCC 2020).
Verder verloop
In de loop van 2023 zullen de dierenartsen een ringtest ontvangen van MCC. Via deze test kan de kwaliteit van het werken met de sneltesten gecontroleerd worden. Naar het einde van 2023 zal DGZ ook starten met bedrijfsbezoeken op alle deelnemende melkveebedrijven om, samen met de bedrijfsdierenarts, het uiergezondheidsmanagement per deelnemend melkveebedrijf in kaart te brengen. Later zullen deze gegevens gebundeld worden samen met de resultaten van de sneltesten om de mastitispreventie per bedrijf te optimaliseren.
We willen vanuit projectteam alle deelnemende dierenartsenpraktijken en melkveehouders hartelijk danken voor hun blijvende inzet. We hopen op deze manier samen een innovatief concept over heel Vlaanderen uit te rollen waarbij de melkveehouders een nieuwe manier van behandelen gebruiken om minder antibiotica te gebruiken én dewelke rundveedierenartsen toelaat om zich verder te ontwikkelen als uiergezondheidsspecialisten.
DIT PROJECT IS EEN INITIATIEF VAN VOLGENDE PARTNERS
EN IS MOGELIJK DANKZIJ FINANCIERING VANUIT